Over hoe een hechte band en veel praten niet per se tot echte communicatie leidt (maar wel een mooie basis vormt).
Ik ben in gesprek met Emin, hoofdmonteur bij een grote installateur. Frank, de eigenaar van het bedrijf, is aangeschoven. Ik heb het idee dat het niet helemaal lekker loopt met Emin. Als ik mail, reageert hij laat. Dat is niet ‘des-Emins’. Ook aan de telefoon klinkt hij anders.
Eén vraag als trigger voor verandering
Als ik Emin voorstel om even te gaan zitten en lopende zaken te bespreken, grijpt hij die kans gelijk aan. Ook al heeft hij het razend druk. Voor mij een teken.
Eenmaal in gesprek vat ik de koe gelijk bij de horens. Ik loop al langer mee in het bedrijf en weet dat ik direct kan zijn. “Voor we het over andere zaken hebben Emin… hoe gáát het met je?”
Emin had deze vraag niet verwacht, maar begint al spoedig met een heel verhaal over de lopende projecten en nieuwe jongens. Ik onderbreek hem: “Hoe gaat het? Met jou!”
Emin valt stil. En dan, met één oog naar Frank: “Sorry hoor, dat dit er dan nu uitkomt. Niet dat ik jou niet wil informeren. Maar het gaat eigenlijk k…” Duidelijker kan hij zich niet uitdrukken. “Ik denk dat ik bijna overspannen ben.”
Schuldbewust kijkt hij naar Frank. Die zich op zijn beurt verontschuldigt: “Jemig Emin, ik weet echt dat je het druk hebt. Daar hebben we het ook over gehad. Dat je je een slag in de rondte werkt. Maar dat het zo erg was, wist ik niet.” Ze verstoppen zich allebei achter hun beker koffie.
Wie is de schuldige?
Ik kijk naar de mannen. Ze voelen zich schuldig. Maar ze hebben overduidelijk een goede band. Ze praten veel met elkaar en waarderen elkaar. Ze hebben het beste met elkaar en met het bedrijf voor. Wat gaat er dan tóch mis?
Ik vertel ze dat er geen schuldige is. Het is een situatie die beide mannen in stand houden. Frank vraagt niet door. Emin geeft niet aan waar hij tegenaan loopt. Of hoe hoog het hem zit. Zijn enorme verantwoordelijkheidsgevoel speelt hem parten. Hij sputtert zelfs nog na: “Ja maar, ík moet er toch voor zorgen dat de projecten goed lopen, de mannen aansturen, alles goed afronden.” Ik vervolg: “En daarom pak je teveel taken op. Loop je gaten dicht. Houd je alles onder controle. Zeg je geen nee, loop je over.”
Emin knikt nadenkend, het kwartje valt: “En werk ik mijzelf uiteindelijk misschien de vernieling in. Val ik uit. En dan heeft het bedrijf een nog veel groter probleem.” De beide mannen kijken zwijgend voor zich uit.
Dan zegt Emin, het kost hem echt wat moeite: “Mijn grootste verantwoordelijkheid nu is dat ik weer goed in mijn vel zit.” Waarop Frank aanvult: “En dat wij écht met elkaar gaan praten.”
Uitspreken van intenties als basis voor verandering
Het uitspreken van deze intentie van beide kanten is een geweldige eerste stap. Natuurlijk betekent dit niet dat er direct patronen worden doorbroken, dat er morgen zichtbare veranderingen zijn. Dat kost tijd en moeite. Dat veroorzaakt soms frictie en vergt moed. Maar het openstaan voor veranderingen en de wil om hierin te investeren vormen voor Emin en Frank al een hele mooie basis.
Zowel Frank als Emin voelen de urgentie dat er zaken moeten veranderen. Ze worden door ons gecoacht op het vlak van echte, inhoudelijke communicatie, van effectief samenwerken, het beste uit elkaar naar boven halen. Maar natuurlijk doen ze het uiteindelijk zelf, met inzet en volharding. Met oog voor elkaar en hart voor het bedrijf.
Als jij/jullie ook worstelen met het uitspreken van wat je echt dwars zit, van waar je tegenaan loopt in je huidige werk? Wil je beter leren communiceren en samenwerken? Wil jij met minder moeite, met minder werkdruk, meer bereiken? Laat het weten.